Net terug van 2 1/2 week Corsica. Vergeleken bij de foto's van Maarten is er heel veel veranderd. De afgelopen jaren is er veel geld geïnvesteerd in vernieuwing van sporen en materieel. Sinds 2012 wordt het net niet meer geëxploiteerd door de SNCF maar door de regionale overheid.
Opvallend is ook het grote aanbod aan onderhoudsmaterieel dat her en der op de stations langs de lijn staat.
Na veel aanloopproblemen worden alle treindiensten nu gereden met modern AMG800 materieel (misschien m.u.v. Calvi-Ile Rousse, daar zijn wij niet geweest).
De AMG800 is een modern en comfortabel tweewagenstel, voorzien van airconditioning en panoramische ruiten. Schuin van voren lijkt het door de bolle zijwanden en ruiten wel wat op een Londens metrostel.
De oudere motorwagens lijken grotendeels afgeschreven. In Bastia staan er een hoop voor de sloop, en eentje staat gewoon onderweg in Barchetta als oefenobject voor vandalen.
In de werkplaats in Bastia werden er zo te zien nog wel 1 of 2 operationeel gehouden, wellicht als back-up als de AMG800's het toch weer eens laten afweten.
De stations lijken allemaal op elkaar, en op andere stations op het Franse vasteland, wat niet raar is want de lijnen zijn aangelegd door de franse staat.
Topdrukte in het Ponte Leccia, het enige knooppunt in het netwerk.
En ja, ook hier kan 's winters sneeuw liggen.
Her en der staan nog relicten uit de stoomtijd, met name watertorens.
Hoewel de Corsicaanse spoorwegen een wat oubollig imago hebben (de trein heet in het Corsicaans 'U trenicellu', oftewel 'het treintje', en TGV (Train a Grandes Vibrations) is een bekende bijnaam) is dat niet helemaal terecht. Zeker, de rit over de hoofdlijn van Bastia naar Ajaccio duurt 3 uur en 50 minuten over 158 km. In de jaren 60 echter al haalde men met sneltreinen een reistijd van 2 uur 50 minuten. Hetzelfde ritje met de auto duurt vandaag de dag zo'n tweeënhalf uur en van centrum naar centrum met verkeersdrukte vat nog langer. De maximale baanvaksnelheid wisselt continu en varieert tussen de 25 (op sommige bruggen en korte instabiele stukken in de bergen) en de 80 (op vlakkere trajecten).
Het mooiste deel van de hoofdlijn ligt tussen Venaco en Vizzavona, op dat stuk kan het zich zonder meer meten met de Rhätische Bahn al is het technisch niet zo spectaculair als het Albulatraject. Maar er zijn wel hoge bruggen (eentje van de hand van Gustav Eiffel) en ook het betere serpentinewerk is nodig om hoogte te winnen. Het station van Vivario heeft daarbij ongeveer dezelfde rol als het kerkje van Wassen op de Gotthardlijn: de plek wordt drie keer op verschillende hoogtes gepasseerd.
Maar ook de rest (wij hebben het stuk tussen Vizzavona en Bastia bereden) is zeker de moeite waard. Zelfs het stuk tussen Casamozza en Bastia, waar de trein over vlak terrein door min of meer verstedelijkt gebied rijdt en er gemiddeld elke kilometer een halte van de 'metro de Bastia' is, heeft zijn eigen charme. De nieuwe treinstellen beschikken namelijk over een fors acceleratievermogen dat gepaard gaat met een hoop kabaal van de dieselmotoren. Direct na vertrek vanuit Bastia duikt de trein een lange tunnel in en in combinatie met het ingetrapte gaspedaal klinkt dat ongeveer alsof een reeks forsgeschapen amerikaanse diesels een lange trein door de Rocky Mountains sleurt...